Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Op 5 november 1992 overleed Jan Hendrik Oort, een van de meest invloedrijke astronomen van de twintigste eeuw.
De Friese Jan Hendrik Oort groeide op in een tijd waarin de sterrenkunde nog in de kinderschoenen stond. Tijdens zijn jeugd toonde hij al vroeg interesse in de sterren en het universum, en na het gymnasium in Leiden te hebben voltooid, vertrok hij in 1917 naar Groningen om astronomie te studeren. Daar werd zijn talent opgemerkt door Jacobus Kapteyn, een bekende astronoom en professor aan de universiteit.
Op aandringen van Kapteyn werd Oort door de Leidse astronoom Willem de Sitter gevraagd om naar Leiden te komen voor onderzoek. Een voorwaarde voor de samenwerking was dat Oort in het buitenland ervaring op ging doen met astrometrie; het bepalen van de posities van hemellichamen. Hierop vertrok de jonge wetenschapper naar de Amerikaanse universiteit Yale, waar hij leerde om te gaan met complexe telescopen. Na twee jaar keerde hij, tegen de wensen van zijn begeleiders bij Yale in, terug naar Leiden. Hier werd hij in 1924 het hoofd van de afdeling Positionele Sterrenkunde of Astrometrie.
Meer Vandaag in…
- 2 november 1947: de Spruce Goose maakt zijn eerste en enige vlucht
- 3 november 1957: de Sovjet-Unie stuurt hondje Laika de ruimte in
- 4 november 1973: had Nederland zijn eerste ‘autoloze zondag’
Grondlegger
Vandaag de dag wordt Jan Hendrik Oort omschreven als de Godfather van de radioastronomie en een van de meest invloedrijke astronomen van de twintigste eeuw. Met goed recht, want Oort heeft een aantal indrukwekkende ontdekkingen op zijn naam staan. In 1927 berekende hij al dat het centrum van de Melkweg zich op 30.000 lichtjaar van de aarde bevindt en schatte hij de massa van ons sterrenstelsel op honderd miljard keer die van de zon. Hij stelde de naar hem vernoemde Oortconstanten op, waarmee de draaiing van de Melkweg beschreven kan worden.
In 1932 suggereerde hij als een van de eersten het bestaan van donkere materie, deeltjes die ongeveer 26 procent van ons universum opmaken maar niet waar te nemen zijn. Ook beschreef hij in 1950 de Oortwolk, een hypothetische wolk van miljarden kometen rondom het zonnestelsel. Dit is tot op de dag van vandaag de enige aannemelijke theorie die het ontstaan van kometen met een omlooptijd van meerdere tienduizenden jaren kan verklaren.
Grote eik
Het werk van Jan Hendrik Oort wordt nog steeds wereldwijd gezien als de basis voor onze huidige kennis over de structuur en de evolutie van de Melkweg. Op 5 november 1922 overleed Oort, maar zijn herinnering leeft nog voort. Naast zijn ontdekkingen is er een asteroïde naar hem vernoemd, de 1691 Oort, en draagt een Leids universiteitsgebouw zijn naam. Zijn dood was voor de astronomiegemeenschap een groot verlies. Astrofysicus en Nobelprijswinnaar Subrahmanyan Chandrasekhar zei er het volgende over: “De grote eik van de astronomie is geveld, en wij zijn verloren zonder zijn schaduw.”
Bronnen: ESA, Leiden University, National Geographic