Als je een vrouw een wijf noemt, is dat doorgaans niet aardig bedoeld. Maar het Engelse ‘wife’ is helemaal niet beledigend. Hoe komt dat?
Wijf en wife stammen allebei af van wīban, een woord uit een vooroudertaal van het Nederlands en Engels: het Proto-Germaans. In de middeleeuwse versie van het Nederlands had dat woord (toen uitgesproken met een lange ie zoals in vieren) een neutrale betekenis: het betekende gewoon ‘vrouw’. De Engelse variant van die tijd had al de specifieke betekenis van ‘getrouwde vrouw’.
Het woord vrouw (vroeger frawjon) bestond ook al langer, maar dat verwees oorspronkelijk naar een adellijke vrouw, een dame dus. In de middeleeuwen devalueerde de betekenis van dat woord: vrouw kon je langzamerhand ook gebruiken voor doorsnee vrouwen zonder titel.
Lees ook:
Vrouw nam de plek in van wijf
Volgens etymoloog Yoïn van Spijk kan dat een kettingreactie op gang hebben gebracht: vrouw nam de plek in van wijf, waardoor de betekenis van wijf zelf ook devalueerde. In het Engels was een kettingreactie niet nodig: wife betekende ‘gehuwde vrouw’, dus woman (vroeger wīfman) kon daar gewoon bij als term voor alle vrouwen.
Helemaal sluitend is dit verhaal niet, geeft Van Spijk aan. Er zijn talen en dialecten waarin vrouw en wijf rustig naast elkaar bestaan, zonder dat een van de twee van betekenis verandert. Dat was bijvoorbeeld zo in het Drunens, het dialect van de grootouders van Van Spijk, voordat onder invloed van het Standaardnederlands ook daar wèèf een belediging werd.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 9/2023.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze special geven we antwoord op 178 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem hier! Of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Sterre Leufkens
Beeld: Devonyu/Istock/Getty Images