Experts weten het zeker: vlees eten vergroot onze kans op darmkanker. Maar hoe riskant is het? En wat zijn precies de gevaarlijke stoffen in een steak of een worst?
In de herfst van 2015 was het plotseling wereldnieuws: de Wereldgezondheidsorganisatie plaatste bewerkt vlees in het rijtje van kankerverwekkende stoffen als plutonium, asbest en sigarettenrook. Daarnaast kreeg onbewerkt rood vlees – zoals een bieflapje of varkenshaas – het predicaat ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’.
Net als roken
Bovendien adviseerde de Gezondheidsraad een week later in zijn nieuwe Richtlijnen gezonde voeding om de consumptie van rood vlees, en dan vooral bewerkt vlees, te beperken. De belangrijkste reden dat vlees en vleeswaren bij de (waarschijnlijk) kankerverwekkende stoffen zijn ingedeeld, is het verhoogde risico op dikkedarmkanker dat de consumptie ervan met zich meebrengt. En dat verhoogde risico is vastgesteld op basis van honderden zogeheten epidemiologische studies: onderzoeken waarbij naar verbanden wordt gezocht tussen wat we eten en welke ziektes we krijgen.
Daarnaast kwamen wetenschappers via dierproeven meer te weten over de manier waarop vlees en vleeswaren zulke effecten op ons lichaam kunnen hebben. Een internationale werkgroep van experts van de International Agency for Research on Cancer (IARC, onderdeel van de Wereldgezondheidsorganisatie) vond de bewijzen overtuigend. Die overtuigingskracht van het bewijs maakte dat worst en ander bewerkt vlees in dezelfde categorie als roken terechtkwamen.
Dit is het begin van het kaderverhaal ‘De Hamvraag’ te vinden in KIJK 6/2017. Deze editie ligt in de winkel vanaf 26 mei tot en met 21 juni.
Meer informatie:
- Kennislink: Infographic over relatie tussen vlees en kanker
- YouTube: De koeien gaan weer naar buiten
Tekst: Anja Janssen, Rik Peters
Beeld: iStock