Mongoolse nomaden gebruikten ketels om bloed in te verzamelen

Marysa van den Berg

05 juni 2024 17:00

Een van de geanalyseerde ketels, waarin eiwitten uit bloed zijn gevonden

Bloed- en melkresten in metalen ketels tonen aan dat Steppe-herders in de bronstijd bloedworst en yoghurt van jakmelk maakten.

Archeologen hebben in de loop der jaren heel wat ketels gevonden bij opgravingen in de Euraziatische steppe, een strook grasland die reikt van Hongarije in het westen tot aan Korea in het oosten. Maar waar werden ze voor gebruikt? Daar is een internationaal team, onder leiding van de Universiteit van Basel, nu achter gekomen: de nomaden verzamelden er dierenbloed in en fermenteerden er jakmelk in. Dat schrijven ze in het tijdschrift Scientific Reports.

Lees ook:

Bloed-drinkende barbaren?

Hoofdonderzoeker Shevan Wilkin en collega’s lieten een eiwitanalyse los op twee koperen ketels. Deze ketels werden in 2019 gevonden door herders in het noorden van Mongolië, tezamen met enkele andere oude voorwerpen. De artefacten bleken volgens koolstofdatering zo’n 2700 jaar oud en stammen uit de Aziatische bronstijd.

Beide ketels bevatten bloedeiwitten van voornamelijk schapen en geiten. Dat feit verbaasde de onderzoekers niet. In historische geschriften werd al verhaald over Mongoolse nomaden die dierenbloed dronken. Maar onduidelijk was hoe betrouwbaar die bronnen waren, want ze waren geschreven door Chinezen en die wilden in die tijd de steppebewoners nogal eens afschilderen als ‘barbaren’. Maar nu lijken ze over het bloed toch gedeeltelijk gelijk te hebben.

Mongools streekgerecht

Gedeeltelijk, want Wilkin en zijn team denken niet dat de Mongolen het dierenbloed dronken, maar het in plaats daarvan gebruikte om er bloedworst van te maken. De manier waarop zij het bloed verzamelden en verwerkten in de ketel toont namelijk sterke overeenkomsten met de manier waarop ook nu nog traditioneel bloedworst wordt gemaakt door hedendaagse steppeherders.

Dat laatste volk laat het bloed tijdens de slachting van het vee in plastic of metalen kommen lopen. Vervolgens worden andere ingrediënten toegevoegd zoals gesneden stukjes vet, lever en groenten. Het resulterende mengsel wordt ten slotte in darmen gegoten, zodat het een worst wordt.

Als het klopt dat er in de bronstijd al bloedworst werd gemaakt en gegeten door de vroegere steppeherders geeft dat aan dat het Mongoolse streekgerecht al lang onderdeel is van de cultuur van het nomadenvolk.

Jak-yoghurt

Het team vond naast bloedeiwitten ook melkeiwitten in de twee ketels. Die bleken voor het grootste gedeelte afkomstig van de jak. Deze ontdekking vormt het oudste bewijs voor jak-domesticatie in Mongolië. Waarschijnlijk fermenteerden de nomaden de melk tot een soort yoghurt. Zowel bloedworst als yoghurt is langer houdbaar dan respectievelijk bloed en melk. De yoghurt kan dan vervolgens ook weer als ingrediënt zijn gebruikt in de bloedworst. Kortom, erg handig die ketels!

De onderzoekers geven aan dat er nog veel meer ketels uit de bronstijd bestaan. Die bevinden zich in onder meer musea, verspreid over de hele wereld. Door de resten daarin te analyseren komen we meer te weten over het de keukens van vroegere volken.

Bronnen: Scientific Reports, University of Basel via EurekAlert!

Beeld: Jamsranjav Bayarsaikhan and Bruce Worden

Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!