Tja, spruitjes: veel kinderen moeten er niets van hebben. En dat heeft alles te maken met hun orale microbioom, oftewel de bacteriën in hun mond, zo ontdekten Australische onderzoekers.
Spruitjes bevatten relatief veel bittere stofjes en dat is niet voor niets. Omdat planten niet kunnen vluchten, hebben ze allerlei trucjes om roofdieren, zoals insecten en zoogdieren, op afstand te houden. Denk aan de nare stekels van de sleedoorn, het zuur van brandnetels of bittere – en vaak giftige – stoffen van de buxus of vingerhoedskruid.
Lees ook:
Spruitjes, bloemkool, broccoli en andere koolsoorten van het Brassica-geslacht produceren S-methyl-L-cysteïne-sulfoxide. Bij vraat, maar ook bij snijden of koken, komen enzymen vrij die deze stof snel afbreken tot vieze, rotte, zwavelhoudende gassen. Dat stoot belagers wel af. En daardoor stinkt je keuken zo na het eten van bloemkool of spruitjes.
Enzymen
Maar bacteriën in ons speeksel produceren deze enzymen ook, bij de een meer dan bij de ander. Uit de nieuwe studie, verschenen in het Journal of Agricultural and Food Chemistry, blijkt dat hoe meer enzymen kinderen van nature in hun mond hebben, hoe groter hun afkeur van spruitjes en bloemkool. Interessant genoeg was de stinkgasproductie
van de kinderen vergelijkbaar met die van hun ouders, terwijl de ouders meestal geen grote afkeur voor deze groenten hadden. Dat komt deels doordat het aantal en de kwaliteit van onze smaakpapillen afneemt naarmate we ouder worden en deels doordat we de zwavelgassen leren waarderen, of tolereren.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 4/2022.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK Antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl. En in onze special geven we antwoord op 197 bijzondere, verrassende en boeiende vragen! Bestel hem eenvoudig en snel via onderstaande knop.
Tekst: Judith Neimeijer