Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een rijstkorrel die deels uit kweekvlees bestaat, zou jij hem eten? In Zuid-Korea is het onderzoekers gelukt om vlees ín rijst te laten groeien.
Kweekvlees is geen nieuwe uitvinding. De Nederlandse hoogleraar Mark Post was in 1999 de eerste persoon die een kweekvleesburger presenteerde. In 2020 stond Singapore als eerste land de verkoop van kweekvlees toe. Daar kun je in verschillende restaurants gekweekte kip bestellen.
Maar kweekvlees groeien in een rijstkorrel? Dat is nog niet eerder voorgekomen. Om te begrijpen hoe de onderzoekers dat voor elkaar hebben gekregen, moeten we eerst uitleggen hoe je kweekvlees maakt.
Lees ook:
- In Singapore eten ze al kweekvlees, wanneer doen wij dat ook?
- Vlees from space: ‘biefstuk’ in het ISS geprint
Kweekvlees maken
Wie zijn tanden in kweekvlees wil zetten, heeft allereerst dierlijke cellen nodig. Die worden verkregen via een punctie. Vervolgens zet je de cellen op kweek in een groeivloeistof. Maar dan ben je er nog niet. Om de cel uit te laten groeien tot een stuk vlees, heb je zogeheten scaffolds nodig. Dat zijn mallen waar de cellen zich aan kunnen vasthechten. De mal transporteert ook voedingsstoffen naar de cellen.
De textuur van het kweekvlees is afhankelijk van de eigenschappen van de mal die je gebruikt. Om de dierlijke cellen aan de mal te kunnen laten vasthechten, is gelatine en/of collageen nodig. Omdat je voor gelatine alsnog dierlijke producten nodig hebt, zoals varkensbotten, is kweekvlees niet geheel diervriendelijk. Daarom werken onderzoekers hard aan het vinden van plantaardige alternatieven, zoals spinazie en schimmels.
Kweekvlees in rijst
Oké, terug naar de rijstkorrel. De Zuid-Koreaanse onderzoekers maakten hun kweekvlees op een vergelijkbare wijze. Ze gebruikten de cellen van een koe en zetten deze op kweek. Het verschil met de reguliere methode? Ze gebruikten rijstkorrels voor hun mal. Omdat rijst van nature al vol zit met nutriënten, werden de dierlijke cellen goed ‘gevoed’.
Het bleek alleen niet mogelijk om de vleescellen zonder hulpmiddel aan de rijstkorrel te laten hechten. Daarom gebruikten de onderzoekers visgelatine en het enzym transglutaminase. Daarna lieten ze de vleesrijst een weekje staan. Onderzoeker Sohyeon Park kreeg de eer om de rijst te proeven. Ze waste de rijst en stoomde het gaar. De smaak was volgens Park nootachtig en de korrel was harder dan gebruikelijke rijst.
Ook zaten er iets meer nutriënten in de vleesrijst. Wie honderd gram ervan eet, krijgt 0.01 gram meer vet en 0.31 gram meer eiwitten binnen. Dat is een verschil van respectievelijk 7 en 9 procent ten opzichte van reguliere rijst. Om de voedingswaarde verder op te krikken, kunnen er meer dierlijke cellen worden toegevoegd.
Waarom zou je dit doen?
Dan rest natuurlijk de vraag, wat heb je aan vlees in een rijstkorrel? De onderzoekers hopen een rijst te creëeren die rijk is aan voedingsstoffen, maar goedkoper en eenvoudiger te maken is dan grote stukken kweekvlees. Het team schat dat ze met de huidige methode een kilo kweekvleesrijst voor ongeveer $ 2,23 kunnen verkopen (€ 2,08). Dat is een paar cent duurder dan een kilo reguliere rijst.
Het liefst zouden de onderzoekers het project opschalen. De rijst zou dan een voedselbron voor militairen kunnen zijn of verspreid kunnen worden in gebieden met een lage voedselzekerheid.
Noot: De onderzoekers kregen financiële steun van de Zuid-Koreaanse overheid.
Bron: Matter
Beeld: Yonsei University